zaterdag 6 december 2014

Een lindeboom (Tilia)

opvallend lang groen
 staat net achter de zomereik, met de uilennestkast. Lindes behoren tot de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). Wanneer ze in bloei staan (juni), zijn het geweldige leveranciers van honing.
Honingbijen maken van de zeer geurige, groen-gele bloemen een honing, die vanwege zijn hoge kwaliteit terecht wel de koningin onder de honing wordt genoemd. Bijen bezoeken de bloemen vaak in de ochtend en in de avond, wanneer de nectar overvloedig vrijkomt. Toch kunnen hommels en ook bijen door voedselconcurrentie verhongeren en zijn dan dood terug te vinden onder de boom. Meestal gaat het dan om een solitair staande boom. Onder gunstige omstandigheden is elke lindenbloem in staat om 25 ml nectar te geven. De groen-gele honing, die in de korf gerijpt is, heeft een pittige smaak en is erg geurig. Voordat de geraffineerde suiker zijn intrede deed, was deze honing de meest begeerde zoetstof. Ze bevat 39.27% ​​levulose en 36,05% glucose . Medicinaal is de honing inzetbaar, maar ook andere delen van de linde, zoals de bloesem, blad en schors. Het kan gedroogd worden en is als medicijn te gebruiken voor galafscheiding, goede nachtrust en opheffen van kramp. Uit het hout worden o.a. kunstvoorwerpen, gitaarkasten en klompen gesneden. De bast van de rechte stam is de eerste 20 jaar glad. Daarna ontstaan er groeven. De boom kan honderden jaren, zoniet duizend jaar oud worden.