maandag 9 januari 2017

BIJEN


Met het lengen van de dagen beginnen de bijenvolken in hun kasten, weer geleidelijk actief te worden. Ze zitten dicht opeen gepakt om de koningin of 'moer' heen. Het centrum van het nest wordt op een aangename temperatuur van ongeveer 25ºC gehouden, door het bewegen van de vleugelspieren. De buitenste bijen moeten het doen met minder warmte. Bij een lage buiten temperatuur raken ze zelfs zo onderkoeld dat ze dood gaan. Plaats wisselen doen ze wel, maar alleen op de warmere winter dagen.
Als de dagen langer worden, begint de populatie geleidelijk aan voorbereiding te treffen op het nieuwe broedseizoen. Werksterbijen in de directe omgeving van de koningin gaan haar voeren met een voedzame, eiwitrijke afscheiding uit hun kaken, de Koninginnengelei, die ze op hun beurt weer verkregen hebben door een stuifmeelrijk dieet. Dit voedsel heeft de koningin nodig om haar eieren te kunnen leggen. Eerst langzaam, maar naarmate de winter op het einde loopt steeds sneller, legt de moer haar eitjes, in voormalige voedsel opslag cellen, die vrij gekomen zijn, door het opeten van de voorraad. In dit gedeelte van het nest, wordt de temperatuur nu op 36ºC  gehouden. Drie dagen na het leggen van de eitjes, komen de larven uit. Het lijken kleine witte garnaaltjes. De eerste drie dagen worden ze de door werksters gevoed met Koninginnengelei en daarna met stuifmeel en honing. Rond de tiende dag ondergaat de larve het pop stadium, dan sluiten de bijen de cel af met een dun laagje was. Als de metamorfose voltooid is, [10 dgn.] knaagt de nu volwassen bij het waslaagje door en hiermee neemt het bijenleven, meestal als werkster, met al haar verplichtingen een aanvang. Meer informatie kunt u lezen via de Bijenstartpagina: http://www.bijen.pagina.nl